Het is vandaag al een maand geleden dat we afscheid van je moesten nemen … Ik wil hier al lang komen schrijven maar ik vond nooit de moed en de juiste woorden. Er zijn ook helemaal geen woorden om te beschrijven hoe groot ons verdriet is …
Toch wil ik het nog even hebben over je laatste dagen want veel mensen begrijpen niet goed wat er nu juist gebeurd is na mijn vorige bericht. Het leek toch de goede kant uit te gaan?
Dat vocht bleef toch wel voor problemen zorgen en op een nacht kreeg je het ook terug wat moeilijker. Ze moesten je wat adrenaline bij geven, de plasmedicatie stoppen en er werd ook antibiotica gegeven omdat ze vreesden voor een infectie. Hoe dichter we bij vrijdag kwamen hoe minder vertrouwen we er in hadden. Wat zouden ze zeggen? Kunnen ze nog iets doen? Krijg je nog wat meer tijd? De prof zou langs komen op IC vrijdag en we bleven op hem wachten maar eigenlijk wilden we het gewoon niet weten. We waren bang om te horen wat geen enkele ouder wil horen.
Toen hij er was kwam hij samen met de dokter en twee verpleegsters rond je bedje staan. Mama zat aan de ene kant je handje vast te houden en papa aan de andere kant, zoals gewoonlijk. Ik herinner me nog maar flarden van wat hij zei: “Er gaat iets gebeuren en hij zal het zelf wel aantonen”, “kansen minimaal”, “stil staan is achteruit gaan”, “rug tegen de muur”, “nu nog niets beslissen, familie die ‘m nog wil zien is nu de moment”. De tranen rolden over mijn wangen. Niets kon ik nog zeggen. Dit gebeurde toch niet echt? Wat nu? Kunnen ze nu echt niets meer voor je doen?! Geen hoop meer …

We beslisten zaterdag dan toch maar om je te laten dopen. Niet met een feest in de zomer zoals we altijd in gedachten hadden, maar we wilden je toch nog een mooi moment bezorgen. Zondag om 12.30u samen met je familie. Je papa stelde een heel moeilijke en moedige vraag aan de verpleegster … Hij vroeg of ze dacht dat je zondag middag nog wel ging halen. De verpleegster zei dat ze dacht van wel maar natuurlijk niets kon beloven. Ze gingen de adrenaline nog wel verhogen als dat nodig was. Oef. Wanneer we ’s avonds laat bij je waren durfde ik niet goed meer weg te gaan. Het zag er alles behalve stabiel uit. Ze mochten daar op hun kop gaan staan maar ik ging hier bij je blijven! Je papa ging even een luchtje scheppen. Ik keek bezorgd naar de monitor. De verpleegster kwam heel eerlijk tegen me zeggen dat ze toch niet meer zo zeker was of je morgen middag ging halen. Als papa terug was hebben we dan maar beslist om je toch die avond al te laten dopen. Om 23.30u was het zo ver. Het was een heel intiem, intens moment en we waren blij dat we je dat toch nog konden geven.
We mochten die nacht bij je blijven en kregen 2 zetels om wat te rusten. De verpleegster vroeg ’s nachts of we je bij ons op schoot wilden. Kan dat dan? Ja natuurlijk willen we dat. Tot de dokter die er bij kwam zei dat het dan wel eens snel gedaan kon zijn .. Nee dan toch maar niet. Je kreeg meer adrenaline toegediend. Rond 3u zag alles er iets stabieler uit en kon ik even wat rusten (met een half oog open om de monitor in ’t oog te houden).
’s Morgens kwam een verpleger binnen met een geschilderde houten doos, een info map over rouwen en een setje om afdrukjes te maken van handjes en/of voetjes. Toen werd het me pas echt duidelijk dat dit je laatste dag zou zijn. Ze gingen je in een groot bed leggen zodat we bij je konden liggen. We moesten even weg gaan en rond 9u mochten we terug komen.
De hele zondag zijn we bij je geweest. Afwisselend kwamen mama en papa bij je liggen. Je bewonderen, strelen, .. Huilen, lachen, zingen, slapen, .. Ieder detail zo veel mogelijk in ons opnemen. Alles vertellen wat we nog wilden vertellen. Vooral hoe veel we van je houden en dat je niet bang hoefde te zijn. Je familie kwam ook langs. Ze hadden je al zo lang niet meer gezien! Ze kwamen je handjes vast houden, je hoofdje strelen, .. Je genoot vast van al die aandacht! Je vake en moeke hebben toen ook voor de eerste keer je verhaaltje voorgelezen: Raad eens hoeveel ik van je hou. Met heel veel tranen want het was zo mooi. Rond de middag is iedereen weg gegaan en waren we terug alleen met je. Samen genieten van deze momenten. We hebben je verhaaltje nog een aantal keer voorgelezen …
Om 16u kwam de dokter binnen. Ze kwamen min of meer vragen of we er klaar voor waren. Hoe kan je nu ooit klaar zijn om je kindje te laten gaan?! Nee, ik wil dit niet. Hij vroeg of we nog even alleen wilden zijn. Ja, toch nog wel even. Zij gingen dan alles voorbereiden. Ze gingen je extra morfine geven tegen de pijn en dan de adrenaline minderen en uiteindelijk ook de beademing stoppen. Dit waren de 2 dingen die je nog in leven hielden. Het zou dan niet meer lang duren zeiden ze.
Een klein uurtje later hebben we de dokter zelf geroepen. Hoe erg dit ook was voor ons, voor jou was het genoeg geweest. Je lag daar nu al zo lang aan al die buisjes en slangetjes, je werd al 3 weken lang vol gepompt met medicatie. Ik zag dat je het lastiger kreeg en dat je wat onrustig werd en mijn moederhart deed echt pijn van dit te zien. We wilden je bevrijden, er moest een einde komen aan je lijden. Het was een oneerlijke strijd, die je niet kon winnen. We moesten je laten gaan …
Toen de beademing los gekoppeld werd hebben ze je in mijn armen gelegd. Ik heb me in heel mijn leven nog nooit zo machteloos gevoeld. Ik wist niet goed naar waar te kijken. Naar jou, jij die stilletjes van ons weg ging? Naar de monitor, waar ik in cijfers hetzelfde zag gebeuren? Naar de dokters, die gewoon maar stonden toe te kijken? Naar je papa? Die even veel verdriet had als ik.
Ik bleef maar zeggen dat het oké was, dat je niet bang hoefde te zijn, dat we van je houden. Ik hoop echt dat je onze liefde toen voelde lieve schat en niet mijn paniek en angst. Ik was zo bang toen, ik ben nog nooit in mijn leven zo bang geweest. Je hebt zo dapper gestreden om deze 25 kostbare dagen bij ons te kunnen zijn.
Liefde is bij elkaar willen zijn, echte liefde is kunnen loslaten …
